nieuwsbrief rechtsgeschiedenis - Juli 2012

www.rechtsgeschiedenis.be

 

Woord Vooraf

 

Geachte lezer,

 

Naar aanleiding van de Heksenfeesten verleende de stad Nieuwpoort zeventien heksen, meer dan 300 jaar na hun dood op de brandstapel, eerherstel. Misschien volgen andere steden in België en Nederland het voorbeeld van de Duitse buren en geven ze massaal toe dat ze in het (verre) verleden verkeerd gehandeld hebben. Wie zich afvraagt of dat nu nog veel zoden aan de dijk brengt, luistert best naar de mening van Jos Monballyu over de heksenprocessen: “Ze zijn voorbeelden van waar een geruchtenmaatschappij toe leidt, tonen hoe manipuleerbaar recht is en hoe mensen in moeilijke tijden altijd zondebokken zoeken. Met dat eerherstel kopen die heksen niets, maar het kan een waarschuwing zijn voor ons” (De Standaard, 3 juli 2012). Is dit, mutatis mutandis, ook niet een prachtig pleidooi voor de gehele rechtsgeschiedenis?
Tot slot delen we nog graag mee dat Bruno Debaenst een postdoctoraal mandaat voor drie jaar bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek uit de brand wist te slepen.

 

Met vriendelijke groeten

Dirk HEIRBAUT, Bruno DEBAENST & Sebastiaan VANDENBOGAERDE

 

1. Recente Publicaties

 

  • BACHMANN, Klaus, Vergeltung, Strafe, Amnestie : eine vergleichende Studie zu Kollaboration und ihrer Aufarbeitung in Belgien, Polen und den Niederlanden, Frankfurt am Main, Peter Lang, 2011, 370 p.

In België, Polen en Nederland collaboreerden tijdens de Tweede Wereldoorlog zowel niet alleen een deel van de bevolking maar ook een deel van de politieke elite. Vanuit antropologisch en sociaalwetenschappelijk perspectief bekijkt de auteur hoe het deze collaborateurs na de oorlog verging en welke gevolgen dat had voor het politieke systeem, de democratisering en het eventuele voortbestaan van totalitaire tendenzen. Verrassend bleek dat 'lynchjustitie' en 'wilde zuiveringen' een belangrijke sociale functie innamen. Groots opgezette politieke zuiveringen, meestal niets meer dan een oppervlakkige maar spectaculaire afrekening met weinig vooraanstaande daders, droegen er toe bij dat de totalitaire invloeden in een gemeenschap bleven nazinderen.


  • COPPEIN, Bart & DE BROUWER, Jérôme, Histoire du barreau de Bruxelles/Geschiedenis van de balie van Brussel (1811 - 2011), Brussel, Bruylant, 2012, 288 p.

Met het decreet van 14 december 1810 vestigde Napoleon het wettelijk kader voor de oprichting van de balies. Zes maanden later legden op 13 juni 1811 iets meer dan honderd advocaten de eed af voor de voorzitter van het hof van beroep van Brussel. Zo ontstond de Brusselse Orde van Advocaten, die onder aanvoering van een eigen tuchtraad en stafhouder begon aan de uitbouw van haar tuchtbevoegdheid.

De geschiedenis van de advocatuur is lang onbetreden terrein gebleven, maar mocht zich bij de viering van het dubbele eeuwfeest verheugen in een nieuwe belangstelling. Deze Geschiedenis van de balie van Brussel, 1811-2011 presenteert voor het eerst de resultaten van een ambitieus onderzoeksproject en schetst de krijtlijnen van de ontwikkeling van het advocatenberoep in België en Brussel. Het boek situeert de balie en zijn protagonisten temidden van de maatschappelijke debatten en waardeconflicten die ze gedurende twee eeuwen op hun weg hebben ontmoet. De Geschiedenis van de balie van Brussel, 1811-2011 vertelt evenwel veel meer dan alleen het verhaal van één beroepsgroep. Ook de contacten van de advocatuur met politici, intellectuelen en de literaire en artistieke avantgarde komen ruimschoots in beeld.

Rijkelijk geïllustreerd en van tal van bijlagen voorzien, vormt dit boek van Bart Coppein en Jérôme de Brouwer de eerste omvangrijke monografie over de geschiedenis van de balie en het advocatenberoep in België.



 

  • DU PLESSIS, Paul J., Letting and hiring in Roman Legal Thought: 27 BCE - 284 CE, Leiden/Boston, Brill Academic Pub, 214 p.

Tijdens de eerste drie eeuwen van onze tijdsrekening dreef men in het Romeinse Rijk handel binnen een welomschreven juridisch kader. Dit kader was het resultaat van zowel rechtstheorisch denken als rechtspraktijk. Eeuwenlange aanpassingen in het ius civile door praetors, aangevuld met het conceptueel juridisch denken van Romeinse juristen liet toe dat het handelsrecht zich kon ontplooien. Centraal daarin stond het huur- en verhuringscontract, een van de vier consensuele contracten in het Romeinse recht. Voortbouwend op het baanbrekende werk van Fiori (1999) vult dit boek een belangrijke leemte in de huidige wetenschappelijke literatuur over dit contract en de plaats ervan in de Romeinse handel.

  • MOSTERT, Marco & BARNWELL, Paul, Medieval Legal Process. Physical, Spoken and Written Performances in the Middle Ages, Turnhout, Brepols, 2011, IX-299 p.

Tijdens de Middeleeuwen waren schriftelijk vastgelegde rechtshandelingen slechts een van de vele manieren van zaken doen. Daarnaast bekleedden ook het gesproken woord en de 'actie' van het ritueel een vooraanstaande rol. De relatie tussen 'rituelen' en geletterdheid is de focus van veel recent onderzoek. Middeleeuwse samenlevingen die uitgebreid gebruik maken van schriftelijke instrumenten in het rechtsverkeer hanteerden ook rituelen. Dit leidde tot onderzoek naar de taak van schriftelijke instrumenten en juridische rituelen. Wat is de aard en de functie van deze juridische rituelen? Meestal hebben we alleen de schriftelijke stukken om deze vragen te beantwoorden, en zijn ze vaak stil over de rituelen en mondelinge elementen van de transacties die zij documenteren. Bovendien kan het belang van schriftelijke instrumenten en rituelen niet hetzelfde zijn geweest op alle niveaus. Er zijn bijvoorbeeld verschillen tussen prinselijke en lokale rechtbanken. De medewerkers aan dit boek bespreken vijftien gevallen, vanaf de vroege Middeleeuwen tot de achttiende eeuw, en van Engeland tot Rusland.

  • RINGELHEIM, Foulek , Un jurisconsulte de Race. Edmond Picard (1836 - 1924). Deuxième édition revue et augmentée, Brussel, Larcier, 2012.

De controversiële biografie over Edmond Picard geschreven door Foulek Ringelheim werd opnieuw uitgegeven bij Larcier. In dit werk geldt Edmond Picard als één van de belangrijkste persoonlijkheden in het België van de late negentiende en vroege twintigste eeuw. Geboren in 1836, overleden in 1924, speelde hij een centrale rol op sociaal, intellectueel en politiek gebied. Als advocaat bij het Brusselse Hof van Beroep en het Hof van Cassatie, professor in de rechten, schrijver, toneelschrijver, senator, journalist, verdiende hij alle eer. In justitiële kringen ging hij het collectieve geheugen in als "grote advocaat". Evenwel is deze figuur ook omgeven door een negatieve waas. Edmond Picard stond bekend als één van de grootste anti-semieten van zijn tijd. Hij verspreidde, met een onvermoeibare ijver, raciale theorieën die ook de basis van het nazisme vormen. Als socialistische verkozen senator, verhief hij het nationalisme dat ook het Europese fascisme van de twintigste eeuw voedde. Deze studie wil Picard ontmaskeren als oplichter. Niet om een vergeten idool te kraken, maar wel omdat zijn intellectuele en morele ontwikkeling kan helpen begrijpen hoe raciaal anti-semitisme uiteindelijk leidde tot de verschrikkingen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

 

 

2. Call For Papers

  • Symposium De geleerden(auto)biografie als bron in de wetenschaps- en universiteitsgeschiedenis (Utrecht - 7 december 2012)

Het is al vaker geconstateerd: de biografie beleeft een bloei in Nederland en België. Politici en staatslieden, ondernemers, schrijvers, dichters, schilders, componisten, popartiesten, verzetsstrijders, kunstverzamelaars, sportlieden, koningen, prinsen en prinsessen, journalisten en critici, leden uit één familie, ze zijn allemaal al door biografen van uiteenlopende slag en kwaliteit tot onderwerp genomen. Dit heeft geleid tot zeer verschillende boeken: van snel geschreven weinig diepgravende werken tot uiterst gedetailleerde levenswerken in soms meer dan een deel waarvoor de biograaf elk beschikbaar document, elk krantenknipsel en elk snippertje heeft gebruikt. In het beste geval geven zij op sommige punten een beter of zelfs een heel nieuw inzicht in het gebied waarop de gebiografeerde actief was. In sommige gevallen werpen zij licht op de groep, sociale laag, partij of beroepsgroep waartoe de hoofdpersoon behoorde. Dit geldt nog meer voor de autobiografie.

De autobiograaf heeft immers vaak de bedoeling zijn of haar rol in het bijzonder voor het voetlicht te brengen. Biografieën en autobiografieën kunnen zo een correctie geven op de geschiedschrijving in een bepaald specialisme en soms zelfs van de geschiedenis van een groep of natie. Met de geleerden(auto)biografie is het weinig anders. De vlugge, journalistieke benadering komt er minder in voor, maar dit betekent niet dat elke (auto)biografie van een denker of onderzoeker heel diepgravend is. Ook in deze groep wordt de polemiek niet geschuwd, evenmin als de zelfrechtvaardiging of de 'vie romancée'. De goede geleerdenbiografie kan een belangrijke bron zijn voor de wetenschaps- en universiteitsgeschiedenis. Hier wordt inzicht gegeven in de ontwikkelingen in een bepaald vakgebied, de verhoudingen en het werk in kliniek of laboratorium, de verhoudingen in een faculteit, het werk dat achter de schermen werd verricht, de ruzies rond een benoeming of in de contacten die op congressen werden gelegd. Dikwijls dragen dergelijke boeken ook bij tot inzicht in het studentenleven van de hoofdpersoon en in het onderwijs dat hij of zij genoot.

Op dit punt stelt menige op zichzelf goede biografie helaas teleur. Soms bevat een biografie van een politicus of wie dan ook interessante passages over diens leermeesters en hun onderwijs, maar al te vaak heeft de biograaf zich onvoldoende verdiept in de toenmalige universiteit en bevat zo'n boek tal van slordigheden. De geleerdenbiografie laat ook in andere opzichten nogal eens te wensen over. Naast schitterende voorbeelden van een gedegen behandeling van het wetenschappelijke werk van de hoofdpersoon komt het voor dat de biograaf te weinig begrijpt van diens vakgebied en hierdoor te veel aan de oppervlakte blijft. Wat betekent dit voor de wetenschapsgeschiedenis? Betekent dit dat de biografie van een natuurkundige of een bioloog moet worden geschreven door een natuurkundige of een bioloog of kan dit ook of misschien zelfs beter door een in de wetenschapsgeschiedenis geïnteresseerde historicus worden gedaan?

Voorts wordt soms te weinig aandacht besteed aan de inhoud, vorm en kwaliteit van diens onderwijs. En hoe vaak komt het voor dat in zo'n biografie zicht wordt gegeven op de vele informele contacten die er bestonden en bestaan? In de genootschappen, de verenigingen en clubs, de diners en borrels? Hoe ging het op congressen eraan toe? Hoe zat het met schoolvorming? Trokken promotores hun leerlingen voor bij benoemingen? Welke contacten hadden studenten en hoogleraren en hun medewerkers met bedrijven en maatschappelijke organisaties? Wie profiteerden hiervan het meest?

Ter bespreking van deze en soortgelijke vragen organiseren het Belgisch-Nederlands genootschap voor wetenschaps- en universiteitsgeschiedenis Gewina, het Huizinga Instituut en het Descartes Centre for the History and Philosophy of the Sciences and the Humanities (Universiteit Utrecht) op vrijdag 7 december 2012 in Utrecht het symposium 'De geleerden(auto)biografie als bron in de wetenschaps- en universiteitsgeschiedenis'. Belangstellenden worden uitgenodigd vóór 1 augustus 2012 een voorstel van maximaal 500 woorden in te dienen. De spreektijd zal ongeveer een half uur zijn. De bijdragen zullen worden gebundeld tot een boek.

Geïnteresseerden kunnen zich wenden tot prof. dr. L.J. Dorsman (Universiteit Utrecht), email: l.j.dorsman@uu.nl, tel.: 030-253 6464/605 4904, of tot dr. P.J. Knegtmans (Universiteit van Amsterdam), e-mail: p.j.knegtmans@uva.nl, tel.: 020-525 3342/441 0141.

 

  • Das Letzte Wort. Rechtsetzung & Rechtskontrolle in der Demokratie (Bern - 5-8 februari 2013)

Van 5 tot 8 februari 2013 gaat in Bern de 53. Assistententagung Öffentliches Recht door. Hoewel niet specifiek gericht op een rechtshistorisch publiek is er wel een rechtshistorisch luik. Daarbij worden allerhande aspecten van grondwettelijke hoven naderbij bekeken. Onder welke historische omstandigheden en met welke bedoeling zijn constitutionele hoven opgericht? Hoe ontwikkelden bepaalde justitiële autoriteiten zich geleidelijk tot constitutionele hoven? Welk zijn de historische argumenten voor en tegen een constitutionele bevoegdheid en zijn deze nog steeds relevant? Is er een verband tussen de aanpasbaarheid van de Grondwet en de rol van de constitutionele hoven voor de maatschappij?

Duitstalige papers uit alle Europese landen zijn welkom. Geïnteresseerden sturen voor 14 september 2012 een voorstel van maximum 5000 tekens (inclusief leestekens) aan assistententagung@oefre.unibe.ch. De papers zullen gepubliceerd worden in de reeks 'Tagungsbände der Assistententagung Öffentliches Recht'. Meer informatie op www.assistententagung.de.

 

  • Legal Theory and Legal History: a neglected Dialogue? (London - 12-13 april 2013)

Apart from some notable exceptions, much of contemporary legal theory is uninformed by history, including legal history. This is deeply regrettable, for legal theories may be vastly improved by being informed, and perhaps more importantly, challenged by historical contexts. Theories of law, one might say, are better if they are forged at the coal-face of historical research. Similarly, one could argue that legal histories are better when they draw on, and themselves contribute to, the conceptual resources of legal theory.

Somewhat more radically, if one agrees law does not have a nature, but a culture, then one must account for how the culture of law changes, and has changed, over time. This, by necessity, demands a historically-informed methodology. Similarly, the problem of change is an unavoidable one in legal theory, whether that be change in legal regimes or changes in certain areas of the law – here, again, the resources of history, including the philosophy of history, are invaluable. Putting things a little more colourfully, one could say that legal ideas cannot but be understood historically.

Further, legal theory has, of course, its own history: legal theories are not disconnected islands, but rather interventions in a long series of dialogues and polylogues amongst theorists. As many have observed, and described, legal theory’s history needs to be informed not only by such dialogues and polylogues amongst theorists, but also by awareness of the theorist’s immersion in political, economic and other conditions of his or her time and place – there, once more, a serious engagement with history is important.

This conference - the annual conference of the UK Branch of the IVR - is designed to bring together legal theorists and legal historians (including historians of legal theory and political thought) in an attempt to facilitate and encourage dialogue between the two disciplines.

A call for papers is issued for the open paper sessions. A group of selectors from the Legal Theory and Legal History Group at Queen Mary will select papers based on abstracts. Abstracts are to be no longer than one A4 page, and should include the name and affiliation of the author(s).

Strong preference will be given to papers related to the theme, broadly construed. However, papers may be submitted on any aspect of legal and social philosophy.

Abstracts should be emailed to m.delmar@qmul.ac.uk by 1 October 2012.

 

  • 'Het pleit is in den zak'! Procesdossiers uit het Ancien Regime en hun perspectieven voor historisch onderzoek (11 maart 2013)

Procesdossiers uit het Ancien Régime bevatten een schat aan informatie over de maatschappij van de 16de, 17de en 18de eeuw. Ze kunnen daarom zeker een nieuw licht werpen op de geschiedenis van de Nieuwe Tijd. Vroegmoderne procesdossiers bieden een unieke kijk op talloze conflicten, zowel voor de geschiedenis van individuen en families als voor veranderende sociale verhoudingen tussen institutionele spelers (dorpen, heren, edellieden, steden, kerken, abdijen, ambachten, ondernemers…). Ze bevatten o.a. de getuigenissen – en de gesproken woorden – van alle lagen van de bevolking, maar ook tekeningen, kaarten, plannen en soms zelfs voorwerpen die fungeerden als bewijsmateriaal. Deze bronnen lenen zich dus bij uitstek voor microgeschiedenis en vertooganalyse. Maar door meerdere processen over een langere termijn te bestuderen kunnen ook wisselende allianties en verschuivende machtsverhoudingen boven water komen.

Procesdossiers zijn lange tijd verwaarloosd door de archivistiek, en daarmee ook door het historisch onderzoek. Eén van de redenen hiervoor is de enorme massa aan bewaarde dossiers. Op dit moment wachten nog honderden meters dossiers zowel van lokale schepenbanken, als van hogere instanties (Raad van Brabant, Raad van Vlaanderen, Grote Raad van de Nederlanden te Mechelen, 'Souveraine Justice des Échevins de Liège', Rijkskamergerecht te Wetzlar,...) op inventarisatie. Daarnaast vinden we ook nog vele procesdossiers in de archieven van families, kerken, ambachtsgilden,… Voor de geschiedenis van de Nieuwe Tijd vormen procesdossiers duidelijk de belangrijkste nog niet ontgonnen goudmijn.


Vanaf de 19de eeuw zijn verschillende inventarisatieprojecten op touw gezet, die nog niet werden afgerond. Sinds enkele jaren heeft de inventarisatie van procesdossiers een nieuwe adem gevonden. Meerdere inventarissen met dezelfde beschrijvingsmethode werden gepubliceerd, en diverse projecten zijn momenteel lopende in de archieven van Anderlecht, Brussel, Gent en Luik. Uiteraard blijven nog vele methodologische en historische vragen open met betrekking tot de processen.
Wat zijn de mogelijkheden en de beperkingen van deze bron? Hoe toegankelijk was de rechtspraak tijdens het Ancien Régime en hoe evolueerde dit van de 16de tot de 18de eeuw? Wat was de rol van arbitrage, bemiddeling of lobbying? Welke interacties bestonden tussen lokale overheden, provinciale justitieraden en het centrale niveau? Reflecteerden processen louter de bestaande wetgeving of gaven ze soms ook aanleiding tot het uitvaardigen van specifieke ordonnanties? Hoe verklaren we de merkwaardige daling van de procesdrift (de zgn 'great litigation decline') die in de loop van de 18de eeuw voor verschillende rechtbanken kon worden vastgesteld?

Voorstellen voor bijdragen (voorlopige titel en maximum 1 pagina) zijn welkom vóór 1 november 2012 bij:

Laetizia PUCCIO
Rijksarchief te Luik
rue du Chéra, 79
4000 Luik
laetizia.puccio@arch.be

De studiedag heeft twee belangrijke doelstellingen:

  • de aandacht vestigen op reeksen procesdossiers die recent werden geïnventariseerd of waarvan de inventarisatie lopende is
  • de uiteenlopende mogelijkheden belichten die deze bronnen bieden voor het historisch onderzoek (geschiedenis van het recht, de rechtspraak, het geweld en de criminaliteit maar ook de economische, sociale en culturele geschiedenis, de mentaliteitsgeschiedenis, de geschiedenis van het milieu, de publieke opinie, het dagelijks leven, taalkunde en toponymie enz.)

Met deze oproep zoeken we daarom bijdragen over de volgende onderwerpen:

  • de bronnen, de context waarin deze tot stand zijn gekomen, en de specifieke eigenschappen van reeksen procesdossiers;
  • de methodologie en het gebruik van deze bronnen, de perspectieven voor het onderzoek die ze bieden;
  • case-studies die de rijkdom en het historisch belang van de bronnen illustreren.

De handelingen van de studiedag zullen worden gepubliceerd door het Rijksarchief.

3. Kalender

  • 9 - 10 Juli 2012 - Second Biennial Conference of the European Society for Comparative Legal History (Amsterdam)

Zoals al eerder verscheen gaat op de campus van de Amsterdamse Vrije Universiteit de tweede conferentie van het ESCLH door. Het thema is "Comparative Legal History - Definitions and Challenges: how do we delineate the landmarks which fruitful legal historical comparison requires and which are the specific problems that a comparative-historical approach of the various branches of law may encounter?" maar er zijn ook twee subthema's namelijk Fascist Criminal Law (coördinator Stephen Skinner) en Corporate Law (coördinator Dave De ruysscher). Tot 11 juni 2012 kan u zich voor dit congres inschrijven via de website: http://www.rechten.vu.nl/comparativelegalhistory. De prijs bedraagt €100 voor niet-leden en €50 voor studenten en doctorandi. Leden van het ESCLH kunnen gratis deelnemen.

 

  • 29 Augustus - 1 september 2012 - 28. Deutscher Notartag (Keulen)

Deze vijfjaarlijkse bijeenkomst kan op een lange traditie terugblikken. Het is het forum voor de Duitse notarissen en brengt deze in contact met talrijke buitenlandse gasten uit de wetenschap, justitie, advocatuur en politiek bij elkaar. Het Historisches Forum (met o.m. M. Schmoeckel, O. Condorelli en F. Roumy) is op vrijdagmiddag 31 augustus van 14.00- 16.00 uur gepland. Daarna is de presentatie van het "Handbuch der Geschichte des deutschen Notariats seit der Reichsnotariatsordnung von 1512".

Het programma is te consulteren via volgende website: http://www.bnotk.de/1:834/Meldungen/Notartag_2012.html

 

Friends and colleagues of Alan Rodger will meet in his memory at the University of Glasgow, on 7-8 September 2012, for a conference on legal history and Roman law. Details are below, just after the Booking Information.

Booking Information

Participants may book for (1) the Conference Presentations on 7-8 September, (2) the Reception and Dinner on 7 September or (3) both events. The cost of the Conference is £50; the cost of the Reception and Dinner is £40. Students may attend the Conference without payment of a fee (but we ask that they use the paper form, below).

— If you are able, please use the online booking form.

— If the online booking form is inconvenient for you, or you are a student, please use ‎the AR Conference Paper Booking Form.

— If you need local accommodation, visit the University of Glasgow's Hotel Booking Service.

Please write to Prof Metzger at rodgermemorial@iuscivile.com with any queries

 

  • 18-22 September 2012 - Congres 'Reception of Law' (Oxford)

Het voorlopig programma en het registratieformulier voor de 66ste bijeenkomst van de Société International Fernand de Visscher pour l'Histoire des Droits de l'Antiquité (SIHDA) zijn beschikbaar. Het thema is 'Reception of Law' en is bewust breed gehouden. Hoewel elke bijdrage over receptie in welke vorm dan ook wordt opgenomen, zijn deze over de receptie van het Romeinse recht na 1100 zeer welkom. Op de laatste dag zijn excursies voorzien, waarover later meer.

Het congres gaat door in St Catherine's College en het is zelfs mogelijk om er te verblijven. In het licht daarvan wordt aangeraden zo snel mogelijk te reserveren en te betalen. Verblijf op het college maakt het de organisatie makkelijker om alles in goede banen te leiden.

Het registratieformulier kan elektronisch worden ingevuld en dient teruggestuurd aan fellows.secretary@all-souls.ox.ac.uk. U kan natuurlijk ook zelf het formulier invullen en terugfaxen naar het Fellows' Secretary op het nummer +44 1865 279299. Indien u via de postduif wil werken, stuurt u het ingevuld formulier naar volgende coördinaten: All Souls College, OX1 4AL, Oxford, UK.

 

 

4. Varia

  • Faculteitsprijs voor beste wetenschappelijke publicatie (UvA)

Op de faculteitsborrel van de Amsterdamse Universiteit (UvA) werd aan Marc de Wilde de faculteitsprijs voor de beste wetenschappelijke publicatie 2011 toegekend voor zijn artikel 'Fides publica in Ancient Rome and its reception by Grotius and Locke', gepubliceerd in het Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis 79 (2011). Het was een stevige competitie met 25 inzendingen.

Het juryrapport merkte op dat Marcs artikel een voorbeeld was van de wijze waarop metajuridische wetenschapsbeoefening relevant kan zijn voor het positieve recht. Voor de plaats van de rechtsgeschiedenis in een rechtsgeleerd curriculum geen irrelevante opmerking.

  • Het Charter van Kortenberg

27 september 1312 is een dag om nooit te vergeten. Die dag bezegelde Hertog Jan II van Brabant, in de Abdij van Kortenberg,een keure die heel wat vrijheden van de burger garandeerde.

De betrokken steden die van de voordelen van het charter konden profiteren waren Leuven, Brussel, Antwerpen, ’s-Hertogenbosch, Tienen en Zoutleeuw. Hiermee werd een verre voorloper van rechtstaat geïntroduceerd op het Europese vasteland.

Naast de Magna Carta van Engeland is dit het tweede document van die aard in de Westerse geschiedenis. De gemeente Kortenberg wilde dit belangrijke gebeuren aangrijpen om doorheen het jaar 2012 allerlei activiteiten rond het thema inspraak en democratie te organiseren.

Niet te missen is de tentoonstelling Expo 1312 – 700 jaar Charter van Kortenberg. De tentoonstelling is georganiseerd in samenwerking met het Erfgoedhuis Kortenberg en is opgebouwd rond een historische kern, waar het charter zelf een centrale plaats geniet. In deze historische kern vindt men allerhande informatie over het charter zelf en de context waarin het charter ontstaan is. Vervolgens is er rond deze kern een ‘wandelgang’ aangelegd, waar men de link kan vinden met de betekenis van democratie heden ten dage.

De bezoeker wordt zo meegevoerd doorheen het verleden met onder andere de unieke kans om het echte charter te bewonderen. Maar ook het heden en zelfs de toekomst komen zo aan bod in de vorm van een reflectie over de notie democratie en wat dit betekent in de maatschappij van vandaag.

Meer informatie: www.kortenberg.be/2012-Gemeentelijke-evenementen.html#eye14665222

 

Met vriendelijke groet,

Dirk Heirbaut,
Bruno Debaenst,
Marlies Eggermont,
Sebastiaan Vandenbogaerde.


M.m.v.

Wim Decock
Frederik Dhondt
Alain Wijffels

Wilt U bepaalde vragen, mededelingen of aankondigingen van congressen, boeken e.d. over rechtsgeschiedenis of Romeins recht via deze lijst laten verspreiden , mail dan naar een van de editors:

Dirk Heirbaut
Bruno Debaenst
Sebastiaan Vandenbogaerde

De voorgaande nieuwsbrieven kan U vinden op: www.rechtsgeschiedenis.be

Deze boodschap is U toegezonden omdat uw emailadres voorkomt in de lijst van ca. 400 rechtshistorische belangstellenden die bijgehouden wordt door het Instituut voor Rechtsgeschiedenis van de Universiteit Gent. Komt uw naam bij vergissing in deze lijst voor en wilt U geen verdere mails over rechtsgeschiedenis ontvangen, stuur dan een e-mail naar de redactie. Uw naam zal dan uit de lijst verwijderd worden. Mogen wij de abonnees van de nieuwsbrief vragen steeds de wijziging van hun emailadres mee te delen.