nieuwsbrief rechtsgeschiedenis - December 2012

www.rechtsgeschiedenis.be

 

Woord Vooraf

 

Geachte lezer,

Het leuke aan rechtsgeschiedenis is de enorme diversiteit ervan. Een mooi voorbeeld daarvan vormen twee proefschriften die in de afgelopen maand verdedigd zijn. Veel verder uit elkaar kunnen hun themata niet liggen. Het Tilburgse proefschrift van Jan Hendrik Valgaeren behandelt de jurisdictie van de pontifex te Rome tijdens de republiek, terwijl Mariken Lenaerts uit Maastricht de invloed van het nationaal-socialisme op het familierecht in Duitsland en Nederland bestudeert. Hoe uiteenlopend deze onderwerpen ook mogen zijn, beide werken komen tot belangrijke conclusies. Valgaeren stelt dat de jurisdictie van de pontifex relatief laat, nl. pas omstreeks 200 v.C., naar de praetor overging. Lenaerts wijst erop dat het nationaalsocialisme wel (een tijdelijke) invloed had, maar dat het desondanks noch in Nederland, noch in Duitsland tot een nationaal-socialistisch familierecht gekomen is. Uiteraard reduceert het voorgaande de boodschap van beide werken zeer sterk. Hoe dan ook, zal het voor de lezer duidelijk zijn dat de rechtsgeschiedenis op dit moment gezegend is met enkele goede jonge onderzoekers. Genieten van het aanstormend talent kan op de hoogmis van de Nederlandse en Belgische rechtsgeschiedenis, het komende Belgisch-Nederlands rechtshistorisch congres. Allen daarheen dus !

Met vriendelijke groeten

Dirk HEIRBAUT, Bruno DEBAENST & Sebastiaan VANDENBOGAERDE

 

1. Recente Publicaties

 

  • ABOUCAYA, Chantal & MARTINAGE, Renée (eds.), Le Code Pénal. Les métamorphoses d'un modèle 1810 - 2010, Lille, Centre d'Histoire Judiciaire, 2012, 408 p.

Het strafwetboek van 1810 had tot doel de maatschappij enige stabiliteit te bieden. Het bracht misdrijven en straffen samen in één boek en voegde daar de inzichten die verworven waren tijdens het Ancien Régime en de Revolutionaire periode aan toe. We mogen niet vergeten dat in 1791 de Constituante in Frankrijk reeds een strafwetboek had uitgevaardigd waarbij voor elke inbreuk een straf werd voorzien.

De opstellers van het Napoleontische wetboek lieten zich leiden door de ideeën van Beccaria maar innoveerden ook, onder meer door de rechter de mogelijkheid te bieden om de strafmaat te bepalen binnen bepaalde grenzen.

Uiteindelijk had Napoleon twee grote doelstellingen met dit wetboek: door middel van codificatie het recht rationaliseren en de openbare orde herstellen. Ondanks een leeftijd van 184 jaar wist het wetboek zich te transformeren tot een instrument voor sociale regeling. Aanvankelijk plaatste het wetboek aan de top van de inbreukenhiërarchie "les crimes et les délits contre la chose publique" om de Staat te beschermen. In de loop van de 19de en 20ste eeuw deden zich, onder meer door nieuwe vormen van criminaliteit, verschillende ontwikkelingen in het strafrechtelijk denken voor. Deze evolutie vertaalde zich in het toenemende belang van misdrijven tegen personen. Daarbij werden de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden bevestigd.

Het Franse strafwetboek van 1994 plaatste inbreuken tegen personen bovenaan. Daarnaast werd ook de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen geïmplementeerd. De individualisering van de straf werd verder uitgewerkt waardoor de veroordeelde eventueel gemakkelijker terug in de maatschappij geïntegreerd raakt. De voortdurende verandering van deze wetteksten vormt een belangrijke bron tot onderzoek, niet in het minst omdat strafrechtelijke hervormingen dienen gekaderd te worden in een Europees strafrecht. De strijd tegen het recidivisme heeft aan belang gewonnen en moet gezien worden in het licht van de bescherming van het slachtoffer. Deze evolutie verklaart ook de verschillende sanctiemechanismen, die, ondanks hun specifieke toepassing, niet mogen vervallen in incoherentie en onleesbaarheid. Een overvloed aan wetten zorgt er voor dat de wet zichzelf smoort. Individuen blijven een nood hebben aan heldere en stabiele wetgeving.


  • BERKVENS, A.M.J.A., Plakkaten, Ordonnanties en Circulaires voor Pruisisch Gelre (1713-1798). Plakkatenlijst Overkwartier deel III (Werken LGOG 22) lx+644 p.

Een groot deel van het huidige Noord-Limburg, alsmede het aangrenzende deel van Nordrhein-Westfalen werd in de periode 1713-1798 als Pruisisch-Gelre vanuit Berlijn bestuurd. In deze periode werden te Berlijn en te Geldern talrijke wetten en verordeningen uitgevaardigd ter regulering van het maatschappelijk en economisch leven in deze Pruisische provincie.
In de Plakkatenlijst Overkwartier deel III zijn 1060 van deze verordeningen beknopt beschreven en door middel van een uitvoerig register toegankelijk gemaakt. De Plakkaten, Ordonnanties en Circulaires voor Pruisisch Gelre geven een helder beeld van de vele maatschappelijke en economische problemen waarvoor het Pruisische bestuur zich gesteld zag en de creatieve oplossingen die zij daarvoor wisten te bedenken. Door middel van wetgeving trachtten de Pruisische koningen Frederik Willem I (1713-1740) en Frederik II (1740-1786) in de beste traditie van het Verlicht Absolutisme de belangen van hun onderdanen te bevorderen. De Plakkatenlijst Overkwartier biedt kortere en langere samenvattingen van verordeningen over bestuur, rechtspraak, advocatuur, belastingheffing, in- en uitgaande rechten, tollen, licenten, armenzorg, bedelarij, landlopers, bosbouw, zijdeteelt, geld- en kredietwezen, migratie, industrie etc. etc. die inzicht bieden in het functioneren van de toenmalige maatschappij.

De Plakkatenlijst is voorzien van een uitvoerige tweetalige inleiding, waarin de plaats van Pruisisch Gelre binnen de Pruisische monarchie, de organisatie van wetgevende bevoegdheden op centraal (Berlijn) en decentraal niveau (Commissio Regia en Justizcollegium te Geldern) worden uiteengezet, alsmede een uitvoerig register.
Het boek is een ‘must’ voor al degenen die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van het Overkwartier van Gelre.

Het boek is vanaf 22 november 2012 verkrijgbaar via het Bureau LGOG postbus 83, 6200 AB Maastricht (info@lgog.nl).


  • DECOCK, Wim, Theologians and contract law. The moral transformation of the Ius Commune (ca. 1500 - 1650), Leiden, Brill, 2013,xix + 723 p.

De Romeinsrechtelijke traditie is de voorouder van het moderne overeenkomstenrecht maar er is geen eensgezindheid over hoe en wanneer een algemeen verbintenissenrecht ontstond. Het is de stelling van de auteur dat een belangrijke stap werd gezet door theologen in de zestiende en zeventiende eeuw. Zij veranderden de Romeinsrechtelijke traditie (ius commune) door morele stellingen te introduceren. Zij benadrukten dat de afdwingbaarheid van contracten is gebaseerd op wilsovereenstemming en dat een overeenkomst niet de ene partij kon bevoordelen op de andere. Hoewel hun belangrijkste taak er in bestond de ziel te vrijwaren, speelden theologen ook een sleutelrol in de ontwikkeling van een verbintenissenrecht waarin de basisprincipes vrijheid en eerlijkheid hoog in het vaandel werden gedragen.


  • MARTYN Georges, VERMEIR René, VANCOPPENOLLE Chantal (eds.), Intermediate Institutions in the County of Flanders in the Late Middle Ages and the Early Modern Era, Brussel, Algemeen Rijksarchief, 2012, in de reeks Studia, dl. 135, 178 p.

Dit is de Engelstalige editie van de lezingen die tijdens een colloquium in Gent in 2011 werden gehouden. De bijeenkomst werd georganiseerd in samenwerking tussen het Instituut voor rechtsgeschiedenis, de Gentse vakgroep Geschiedenis en het Rijksarchief. Toen stelden negen sprekers hun onderzoek naar de samenstelling, de bevoegdheid en het functioneren van de intermediaire instellingen, i.e. instellingen tussen het lokale en het supra-regionale of centrale niveau, in het graafschap Vlaanderen tijdens de 15de en 16de eeuw voor.

Inhoud:
- Opening address by the national archivist (Karel Velle)
- Introduction (René Vermeir)
- Dutch or Flemish? The old and the new in the government of States Flanders (ca. 1572-1700) (Simon Groenveld)
- A matter of give and take. The Chief College of the Castellany Land van Waas and the state building process in the Southern Netherlands in the sixteenth and seventeenth centuries (Sylvie De Smet)
- The General Assembly of the Liberty of Bruges (1505-1770) (Laurent Inghelbrecht)
- Rural political elites and social networks in late medieval Flanders: the Castellany of Furnes (   Frederik Buylaert & Jonas Braekevelt)
- The Estates of Flanders manning the barricades for territorial integrity: the protest against the Barrier Treaty of 1715 (Klaas Van Gelder)
- The interactions between the Council of Flanders and the Great Council of Malines in the eighteenth century (An Verscuren)
- The ‘bailliage et siège présidial’ of Ypres. A French intermediate institution in ‘Flemish Flanders’ (1693-1713) (Laurie Fréger)
- The University of Douai. From judicial independence to assimilation with royal justice (1562-1749) (Sarah Castelain)


 

2. Call For Papers

  • XIXth Annual Forum of Young Legal Historians - (Wo)Men in Legal History (Rijsel - Gent, 15-18 mei 2013)

De negentiende editie van het jaarlijkse European Forum of Young Legal Historians gaat door van 15 tot en met 18 mei 2013. Na Wenen als gast, ligt de organisatie van het forum in de handen van twee steden in twee landen, namelijk Rijsel (Frankrijk) en Gent (België). Hoewel op het eerste gezicht beide plaatsen weinig met elkaar gemeen hebben, maakten ze deel uit van het graafschap Vlaanderen. Dit, maar ook de grensoverschrijdende samenwerking zetten de rechtshistorici van Rijsel en Gent er toe aan om de handen in elkaar te slaan.

Het thema van dit jaar is "(Wo)Men in Legal History" en werd doelbewust ruim gehouden om iedereen de kans te bieden een bijdrage in te dienen. Andere voorstellen binnen de rechtsgeschiedenis zijn uiteraard ook welkom. Vanaf nu is de Call for Papers online, evenals enkele praktische zaken. Geïnteresseerden sturen, vergezeld van hun CV, een kort abstract van ongeveer 2000 karakters naar forum2013@aylh.org en dat voor 31 januari 2013. Zij die een presentatie verzorgen kunnen deelnemen aan het forum voor €80, anderen betalen €100. Meer informatie zal bekend worden gemaakt via de officiële website van de Association for Young Legal Historians (http://www.aylh.org) en de websites van het Gentse Rechtshistorische Instituut (http://www.rechtsgeschiedenis.be) en het Centre d'Histoire Judiciaire (http://chj-cnrs.univ-lille2.fr/). Bijdragen op de conferentie worden na 'double blind peer review' gepubliceerd in de reeks Iuris Scripta Historica.

 

De Belgische grondwet van 1831 voorzag een bijzonder regime voor politieke misdrijven. Enkel een volksjury mocht ze beoordelen en een proces kon slechts achter gesloten deuren gehouden worden na een unanieme beslissing van het hof. De bekommernis om zij die de institutionele structuren in vraag stelden of aanvielen, was geïnspireerd door het Franse recht en de notie politiek misdrijf was wezenlijk verbonden met de moderniteit. Het contrast met de strenge aanpak van majesteitsschennis in het Ancien Régime was zonder meer significant. Ook later in de negentiende eeuw voorzag men bijkomende gunstmaatregelen voor politieke delinquenten, blijkens de invoering van een exceptie in het uitleveringsrecht (1833) of de introductie van een bijzonder gevangenisregime (1867). In de loop van de negentiende eeuw creëerden verschillende gelegenheidswetten nieuwe politieke delicten, maar over de relevantie van de jurywaarborg groeide ook twijfel. De beide wereldoorlogen zijn sleutelmomenten gebleken. Na WO I werden verschillende gunstmaatregelen teruggeschroefd en de politieke processen in de nasleep van WO II werden zelfs niet meer voor de jury, maar voor de krijgsgerechten gebracht. Vandaag de dag is de jurywaarborg voor politieke misdrijven dode letter, want in de naoorlogse periode zijn er geen politieke zaken meer voor assisen gekomen.
Dit colloquium wil de opkomst en de uitholling van het politiek misdrijf als strafrechtelijk concept in België verder onderzoeken. Daarom wordt er gefocust op drie centrale thema's:

- Het ontstaan van het politiek misdrijf als juridisch concept: Wat was de filosofie achter het uitzonderingsregime voor politieke misdrijven? Wie verdedigde deze ideeën en in welke politieke milieus gebeurde dat? Hoe verhield dit zich tot de notie majesteitsschennis van het Ancien Régime? Welke buitenlandse invloeden speelden een rol en hoe zijn ze in België gerecipieerd?
- De ontwikkeling en invulling van het politiek misdrijf in de rechtspraktijk: Welke misdrijven heeft men onder deze algemene noemer ondergebracht en welke niet? Welke evolutie kan men daarin onderscheiden en wat zegt dit over de toenmalige politieke ontwikkelingen? Hoe zat het met de verschillende negentiende-eeuwse gelegenheidswetten? Hoe zat het met het uitleveringsrecht of het gevangenisregime in politieke zaken?
- De uitholling van het politiek misdrijf: Op welke manieren hebben de autoriteiten geprobeerd om de jurywaarborg te omzeilen? Welke maatregelen schroefden het negentiende-eeuwse regime terug ? Op welke manier en waarom worden hedendaagse politieke thema's, zoals terrorisme of hate crime, niet als politieke misdrijven gekwalificeerd? Wat zegt dit over de evolutie van de politiek-institutionele structuren?
Onderzoekers die willen deelnemen worden vriendelijk uitgenodigd om voor 31 december 2012 een abstract (max. 400 woorden) en een beknopt curriculum vitae te sturen naar Bram.Delbecke@kuleuven-kulak.be. Lezingen kunnen zowel in het Nederlands, het Frans als in het Engels gehouden worden. Publicatie van de akten is voorzien. Voor alle andere vragen en opmerkingen, kan men uiteraard ook op dit e-mailadres terecht.

 
  • Max Planck Summer Academy for Legal History 2013 - Global Perspectives on Legal History (Frankfurt, 29 juli - 16 augustus 2013)

Transnationale geschiedschrijving wint aan belang en deze wereldwijde perspectieven bieden de rechtsgeschiedenis nieuwe uitdagingen en kansen. Tijdens verschillende lezingen en workshops zullen deelnemers aan de Summer Academy nadenken over verschillende concepten en modellen om deze uitdagingen te benaderen. Het doel is om hen bewust te maken van deze perspectieven en hen in staat te stellen om het discours over transnationale geschiedschrijving kritisch te analyseren. Meer informatie over deze Summer Academy zal bekend worden gemaakt op de website van het MPI www.rg.mpg.de/en/info/summeracademy.cfm.

Zij die interesse hebben om deel te nemen kunnen een voorstel indienen tot 15 maart 2013. Eind april wordt bekend gemaakt of uw voorstel al dan niet werd aanvaard.

 

3. Kalender

  • 12 December 2012 - Lezing Frederik Dhondt "L'hiver stratégique du grand roi. Guerre et paix autour de la succession d'Espagne 1707-1708" (Brussel - België)

Op woensdag 12 december 2012 verzorgt Frederik Dhondt de lezing getiteld "L'hiver stratégique du grand roi. Guerre et paix autour de la succession d'Espagne 1707-1708" voor het Institut des Hautes Etudes de Belgique. Dit evenement gaat door vanaf 19u op volgend adres: Avenue Jeanne 44, 1050 Brussel. Meer informatie via: http://www.ulb.ac.be/enseignements/iheb/index_5.html.

De laatste Belgisch-Nederlandse bijeenkomst dateert al van 2008. Op donderdag 13 en vrijdag 14 december 2012 gaat in de Tilburgse rechtenfaculteit de twintigste aflevering door. De conferentie wijkt niet af van zijn traditionele formule. Het is nog altijd de bedoeling dat jonge (rechts)historici er hun onderzoek naar voor brengen. In principe is er geen algemeen thema, doch werd deze keer anders geopteerd. Met "Recht en Rechters in de Lage Landen" werd een ruim thema naar voor geschoven, al komen ook niet-gerelateerde onderwerpen aan bod. Deze bijeenkomst staat daarnaast ook in het teken van professor Trix van Erp-Jacobs (Tilburg Law School) die dit jaar op emeritaat gaat. Meer informatie op volgende webpagina: http://www.tilburguniversity.edu/nl/over-tilburg-university/schools/law/departementen/public-law-jurisprudence-legal-history/belgisch_nederlands_rechtshistorisch_congres_2012/

  • 14 December 2012 - Lezing Frédéric Chauvaud "Haro sur la magistrature! Caricaturistes et dessinateurs de presse de la Belle Epoque aux années 1930" (Rijsel - Frankrijk)

In het kader van de conferentiereeks 'La Justice en Images et Caricaturée' zal professor Frédéric Chauvaud een presentatie met als titel "Haro sur la magistrature! Caricaturistes et dessinateurs de presse de la Belle Epoque aux années 1930" in Rijsel verzorgen. Deze gaat door op 14 december 2012 vanaf 10u30 in de Salle Guy Debeyre van de Rijselse rechtsfaculteit (Lille 2). U wenst meer (praktische) informatie en/of uw komst aan te melden? Dat kan via sophie.deroubaix@univ-lille2.fr.

Hier kan u het volledige programma van professor Heikki Pihlajamäki terugvinden. Er zijn heel wat PhD masterclasses, waarop vooral doctoraatsstudenten van harte worden uitgenodigd. Uiteraard staat het eenieder die geïnteresseerd is vrij om deze bijeenkomsten bij te wonen.

 

4. Varia

  • Edinburgh Law School’s second oldest Chair filled by Professor John W. Cairns

The University of Edinburgh Law School is pleased to announce that its established Chair in Civil Law has been filled by Professor John W. Cairns, FRSE. Dating from 1710, the Chair of Civil Law is the second oldest chair in Law and one of the most prestigious chairs in Civil Law in the United Kingdom. It has been held by a series of distinguished scholars including Sir Thomas (T.B.) Smith and Alan Watson, and was most recently occupied by Peter Birks, who vacated the chair in 1987 and subsequently became Regius Professor of Civil Law at the University of Oxford.

A graduate of the University of Edinburgh, Professor Cairns was Lecturer in Jurisprudence at Queen's University Belfast before returning to Edinburgh to hold the posts of lecturer, senior lecturer, reader and eventually the Chair of Legal History in 2000. He was Visiting Professor at the University of Miami (1988, 1991, 1995) and Southern Methodist University (1986). He held the office of Associate Dean (Postgraduate)/Director of the Graduate School in Law from 2000-2003. From 1996-2003 Professor Cairns was Book Review Editor of the Edinburgh Law Review and he has served on the editorial boards and committees of a number of legal history periodicals. He was consultant on Scots Law to the Edinburgh Edition of the Waverley Novels, and since 1998 has been Chairman of the Council of the Stair Society. From 2006 to 2008 Professor Cairns was president of the Eighteenth-Century Scottish Studies Society; he continues on its Board. In 2008, he became a founding member of the Advisory Board of the Alan Watson Foundation. He is a member of the Peer Review College of the AHRC. His current major research interests are legal theory and legal education in the Scottish Enlightenment; slavery and law in eighteenth-century Scotland; and the legal histories of Scotland and Louisiana, publishing extensively in all. He has recently been involved in a research network that drafted guidelines on the interpretation of slavery in international law.

Along with filling the Chair in Civil Law, Edinburgh Law School is pleased to announce the appointment of Dr. Guido Rossi as lecturer in Legal History. Dr. Rossi studied law in Italy and England. He holds a PhD in Political Economy and Law from Pavia (Italy) and has recently completed a PhD in Legal History at the University of Cambridge. He specialises in late medieval ius commune and early modern mercantile law and is currently researching on mercantile customs in Britain and Continental Europe during the sixteenth century.

  • De Groene Bijbel online

Het boek ' Bronnen voor de studie van het hedendaagse België', ook wel bekend als de 'Groene Bijbel' en het basiswerk voor elke (rechts)historicus, is vanaf nu online te consulteren op het volgende webadres: http://www.kcgeschiedenis.be/nl/biblioNumerique/bronnen_nl.html.

Met vriendelijke groet,

Dirk Heirbaut,
Bruno Debaenst,
Marlies Eggermont,
Sebastiaan Vandenbogaerde.


M.m.v.

Wim Decock
Frederik Dhondt
Alain Wijffels

Wilt U bepaalde vragen, mededelingen of aankondigingen van congressen, boeken e.d. over rechtsgeschiedenis of Romeins recht via deze lijst laten verspreiden , mail dan naar een van de editors:

Dirk Heirbaut
Bruno Debaenst
Sebastiaan Vandenbogaerde

De voorgaande nieuwsbrieven kan U vinden op: www.rechtsgeschiedenis.be

Deze boodschap is U toegezonden omdat uw emailadres voorkomt in de lijst van ca. 400 rechtshistorische belangstellenden die bijgehouden wordt door het Instituut voor Rechtsgeschiedenis van de Universiteit Gent. Komt uw naam bij vergissing in deze lijst voor en wilt U geen verdere mails over rechtsgeschiedenis ontvangen, stuur dan een e-mail naar de redactie. Uw naam zal dan uit de lijst verwijderd worden. Mogen wij de abonnees van de nieuwsbrief vragen steeds de wijziging van hun emailadres mee te delen.